HP LaserJet 3030 All in One Printer - FCC-voorschriften

background image

FCC-voorschriften

Deze apparatuur is getest en blijkt te voldoen aan de vereisten voor een digitaal apparaat
Klasse B, volgens Deel 15 van de FCC-voorschriften. De beperkingen in deze voorschriften
zijn ontwikkeld om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in een
woonomgeving. Door deze apparatuur wordt radiofrequentie-energie voortgebracht en
verbruikt en kan dit type energie uitgestraald worden. Indien niet volgens de instructies
geïnstalleerd en gebruikt, kan de apparatuur de radiocommunicatie storen. Indien de
apparatuur volgens de instructies is geïnstalleerd, is er echter geen garantie dat storing in
een bepaalde situatie niet zal optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing veroorzaakt
voor radio- of televisieontvangst, wat bepaald kan worden door de apparatuur uit en aan te
zetten, kan u proberen het probleem op een of meer van de volgende manieren op te
lossen:

Richt de ontvangstantenne opnieuw of verplaats deze.

Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.

Sluit het apparaat aan op een ander stopcontact of circuit dan dat waarop het
ontvangende apparaat is aangesloten.

Raadpleeg uw dealer of een ervaren radio- en tv-monteur.

Opmerking

Door wijzigingen of aanpassingen aan de printer die niet expliciet zijn goedgekeurd door
HP, kan de toestemming om dit apparaat te gebruiken, vervallen.

Opmerking

Het gebruik van een afgeschermde interfacekabel is vereist in het kader van de
beperkingen voor klasse B van Deel 15 van de FCC-voorschriften.

FCC-vereisten Deel 68 (Verenigde Staten-HP LaserJet 3030)

Deze apparatuur voldoet aan Deel 68 van de FCC-voorschriften. Aan de achterzijde van het
apparaat bevindt zich een etiket waarop onder andere het FCC-registratienummer en het
REN-nummer (ringer equivalent number) voor dit apparaat staan aangegeven. Indien
hierom wordt verzocht, moet deze informatie worden verstrekt aan het telefoonbedrijf. De
REN wordt gebruikt om te bepalen hoeveel apparaten er mogen worden aangesloten op de
telefoonlijn. Een te hoog aantal REN's op de telefoonlijn kan ertoe leiden dat de apparatuur
niet reageert op een binnenkomende oproep. In de meeste maar niet alle gebieden mag
het totaal van de REN's niet hoger zijn dan vijf (5,0). Als u zeker wilt weten hoeveel
apparaten er mogen worden aangesloten op de lijn, zoals wordt bepaald door het totaal van
de REN's, kunt u contact opnemen met het telefoonbedrijf om het maximumaantal REN's te
bepalen voor het gebied waarvandaan u belt.

Deze apparatuur gebruikt de volgende USOC-aansluitingen: RJ11C.

136

Bijlage B Overheidsinformatie

NLWW

background image

Bij deze apparatuur worden een telefoonsnoer en een modulaire stekker geleverd die
voldoen aan de FCC-voorschriften. Deze apparatuur is ontworpen om aangesloten te
worden op het telefoonnetwerk of op plaatselijke bedrading met behulp van een
compatibele modulaire aansluiting die voldoet aan de vereisten van Deel 68. Deze
apparatuur kan niet worden gebruikt in combinatie met muntapparaten die door een
telefoonbedrijf worden geleverd. Aansluiting op een gemeenschappelijke telefoonlijn is
afhankelijk van lokale tarieven. Als deze apparatuur schade toebrengt aan het
telefoonnetwerk, zal het telefoonbedrijf u vooraf berichten dat u tijdelijk geen gebruik zult
kunnen maken van uw lijnen. Als een bericht vooraf niet haalbaar is, zal het telefoonbedrijf
de klant zo snel mogelijk op de hoogte stellen. Ook wordt u op de hoogte gesteld van uw
rechten om bij de FCC een klacht in te dienen als u dat nodig acht. Het telefoonbedrijf kan
wijzigingen aanbrengen in faciliteiten, apparatuur, werkzaamheden of procedures waardoor
de werking van uw apparatuur kan veranderen. Als dit gebeurt, zal het telefoonbedrijf u
vooraf berichten, zodat u de nodige wijzigingen kunt aanbrengen en ononderbroken gebruik
kunt blijven maken van de lijnen. Als u problemen ondervindt met de apparatuur, kunt u de
telefoonnummers vooraan in deze handleiding raadplegen voor informatie over reparatie en/
of garantie. Als het probleem schade toebrengt aan het telefoonnetwerk, kan het
telefoonbedrijf u verzoeken om de apparatuur van het netwerk te verwijderen tot het
probleem is opgelost. De volgende reparaties kunnen door de klant zelf worden verricht:
Vervang alle oorspronkelijke onderdelen die bij het apparaat zijn geleverd. Hieronder vallen
de inktcartridge, de steunen voor papierbakken en -laden, het netsnoer en de
telefoonkabel. Het is raadzaam een overspanningsbeveiliging in te bouwen in het
stopcontact waarop het apparaat wordt aangesloten. Hiermee voorkomt u schade aan de
apparatuur bij blikseminslag en andere spanningsschommelingen.

Wet op de bescherming van de telefoongebruiker (Verenigde
Staten-hp LaserJet 3030)

Volgens de wet op de bescherming van telefoongebruikers uit 1991 is het onwettig om een
computer of ander elektronisch apparaat, waaronder faxapparaten, te gebruiken voor het
verzenden van berichten tenzij dit bericht in de boven- of ondermarge van elke verzonden
pagina of op de eerste pagina van het bericht, de datum en het tijdstip van verzending
vermeldt, evenals de naam van het bedrijf, de eenheid of de persoon die het bericht
verstuurt en het telefoonnummer van het verzendende apparaat of het bedrijf, de eenheid
of de persoon. (Het vermelde telefoonnummer mag geen 900-nummer zijn of een ander
nummer waarvoor de kosten die van lokale of interlokale verzending te boven gaan.) Zie de
faxhandleiding als u deze gegevens wilt opnemen in uw fax.

NLWW